Opdrachtgevers gebruiken financiering van reïntegratiecontracten als een instrument om de reïntegratiebedrijven te sturen op resultaat. In de markt zijn drie systemen van prijsvorming te onderscheiden:
• outputfinanciering: hierbij gaat het zowel om de gematigde vorm van ‘no cure, less pay’ als om de vergaande vorm van ‘no cure, no pay’;
• inspanningsfinanciering: er wordt geen directe koppeling gelegd tussen het resultaat en de betaling;
• financiering op basis van verrichtingen: bijvoorbeeld medische dienstverlening, hulpverlening en tot voor kort scholing.
Publieke opdrachtgevers maken momenteel op grote schaal de omslag van inspanningsfinanciering naar vormen van outputfinanciering. Private opdrachtgevers geven de voorkeur aan inspanningsfinanciering. In zogenaamde Service Level Agreements (SLA’s) wordt de kwaliteit van de dienstverlening gewaarborgd en worden afspraken vastgelegd over beëindiging van de opdrachtverlening als er onvoldoende prestaties worden geleverd. Alle financieringsvormen onder condities zijn bruikbaar in de reïntegratiemarkt, maar men wijst volledige ‘no cure, no pay’-financiering vaak af. Deze vorm van outputfinanciering heeft een aantal ongewenste neveneffecten die schadelijk zijn voor de kwaliteit
Re-integratie van de dienstverlening en en die een evenwichtige ontwikkeling van de markt in de weg staan. Het risico van selectie van uitsluitend gemakkelijk bemiddelbare groepen wordt versterkt, investeringen in scholing worden gemarginaliseerd, en financiële risico’s worden eenzijdig bij bedrijven gelegd. Het is belangrijk een goede verhouding te realiseren tussen prijsprikkels voor bedrijven en een optimaal resultaat.
In die zin kan veel geleerd worden van ervaringen die in het buitenland zijn opgedaan. Zo heeft de Australische regering de volledige outputfinanciering van reïntegratietrajecten inmiddels teruggedraaid. Sinds kort wordt scholing er apart gefinancierd. In Duitsland is gekozen voor een systeem waarbij de reïntegratiebedrijven de te reïntegreren mensen in dienst nemen en daarvoor een aflopende vergoeding van de loonkosten ontvangen.